Ripawine haar Kreta is een Offida Passerina. De Passerina druif heeft een zeer oude oorsprong en behoort tot de enorme Trebbiano-familie. Net als veel andere witte druivensoorten uit Midden-Italië. De Passerina heeft de beste omstandigheden gevonden voor zijn ontwikkeling in de gebieden Piceno en het noorden van de Abruzzen. Dit zijn de gebieden waar Ripawine haar wijngaarden liggen. Kwalitatief is de Passerina een zeer interessante wijnstok die vele decennia voornamelijk in de schaduw vertoefd heeft. Totdat hij recentelijk werd herontdekt door enkele gepassioneerde wijnmakers. De naam Kreta verwijst naar de kleiachtige kenmerken van het land waarop de passerina-wijnstokken worden verbouwd. Klei wordt in het lokale dialect “cretoso” genoemd en vandaar de naam Kreta.

Eerst worden de druiven voor Ripawine haar Offida Passerina “Kreta” met de hand geplukt. Daarna worden ze ontsteelt en geplet. Dan volgt er een zachte persing van de druiven, waarbij alleen de vrije uitloop most zich hersteld. Vervolgens worden de druiven gefermenteerd in tanks van verglaasd cement. Dit gebeurt bij een gecontroleerde temperatuur tussen de 13 en 15 °C. Aan het einde van de fermentatie vindt er devatting plaats en verduurzaming van de afgewerkte wijn op de fijne droesem. Met herhaalde batonnage tot de periode voorafgaand aan het bottelen. Deze herhaalde batonnage zorgt voor meer geur, smaak en diepgang. Tot slot volgt er een verfijning op fles gedurende 4 maanden.